Stads- en wijkenquête bruikbaar?

In de stadskrant een leuk artikeltje over de resultaten van de stads- en wijkenquête anno 2021. Elke 2 jaar is er weer een. Er worden wat stevige conclusies uit getrokken, zoals “17% van de respondenten heeft een elektrische fiets” of “20% zou wel meer sociale contacten willen hebben”. Voor dat soort beweringen moet je wel stevig in je schoenen staan.

Deelnemeraantallen

Als we gaan kijken hoeveel mensen meegedaan hebben aan bijvoorbeeld de wijkenquête dan komen we op 1897 terwijl het totaal aantal inwoners iets meer dan 124 duizend is. Dat is dan 1,5% van de Leidse bevolking. Als we naar het aandeel van de Mors kijken is dat zelfs iets meer: 206 van de bijna 11 duizend mensen, 1,9%. Dat is ongeveer 1 deelnemer per 50 inwoners. Misschien 1 of 2 per (niet al te grote) straat. Wat deelnamepercentage betreft is dat best wel redelijk.

Representativiteit

Voorwaarde is wel dat de deelnemers een goede representatie geven van de totale bevolking. Als je naar de tabellenboeken kijkt zie je dat daar de schoen wringt. Om dat te beoordelen vergelijken we de achtergrondkenmerken met gegevens uit de basisregistratie. Dan blijkt dat leeftijdsverdeling en opleiding niet goed overeenstemmen. Dat stemt overeen met ervaringen bij participatiebijeenkomsten: daar zijn hoger opgeleiden oververtegenwoordigd, zeker als het gaat om digitale sessies.

Conclusie

Hoe erg het is dat de enquêteresultaten niet helemaal representief zijn voor de totale bevolking is niet goed te zeggen. In ieder geval heeft het invloed op de stelligheid waarmee conclusies getrokken kunnen worden. De onderzoekers vergeleken daartoe de enquêteresultaten met die van eerdere jaren. Het lijkt mij nuttiger ook de achtergrondkenmerken van de respondenten te vergelijken met die van de basisregistratie.

Ger Koper